Ik heb nog even wat nagezocht. Uit data van het ECMWF kon ik voor 10 juli 2010 om 18UTC een windprofiel opstellen voor de regio Eindhoven en de regio Utrecht. Met behulp van Bunkers et al. (2000) kon ik ook de richting van eventuele right- en leftmovers uitrekenen. Onderstaande plaatjes geven deze twee hodogrammen.
De dunne gekleurde pijltjes geven de windvectoren aan op verschillende drukniveau's. De zwarte lijn is dan het resulterende hodogram. De dikke pijltjes zijn de gemiddelde wind 0-6km (Zwart, is gelijk aan storm motion vector), De shear vector 0-6km (paars) en de right en leftmover vectoren (respectievelijk rood en blauw).
Wat ik van Bunkers et al. te weten ben gekomen is dat de volgende methode wordt gebruikt om de vectoren voor left- en rightmovers te berekenen: Je creëert twee nieuwe vectoren waarvan de beginpunten op het einde van Vmean liggen. Deze vectoren zijn 7.5m/s in lengte en moeten orthogonaal (loodrecht) op de shear vector (Vshear) liggen. Deze methode werd empirisch bepaalt aan de hand van 130 supercell hodogrammen en gemeten supercell vectoren in de VS.
Als we nou deze plaatjes met de realiteit vergelijken lijkt me dat de vectoren redelijk overeenkomen met de radarbeelden. Voor de split lijkt de supercell met de gemiddelde wind te bewegen. Na de split zie je duidelijk dat de leftmover een hogere snelheid heeft dan de rightmover. De richting lijkt ook aardig overeen te komen.
De dunne gekleurde pijltjes geven de windvectoren aan op verschillende drukniveau's. De zwarte lijn is dan het resulterende hodogram. De dikke pijltjes zijn de gemiddelde wind 0-6km (Zwart, is gelijk aan storm motion vector), De shear vector 0-6km (paars) en de right en leftmover vectoren (respectievelijk rood en blauw).
Wat ik van Bunkers et al. te weten ben gekomen is dat de volgende methode wordt gebruikt om de vectoren voor left- en rightmovers te berekenen: Je creëert twee nieuwe vectoren waarvan de beginpunten op het einde van Vmean liggen. Deze vectoren zijn 7.5m/s in lengte en moeten orthogonaal (loodrecht) op de shear vector (Vshear) liggen. Deze methode werd empirisch bepaalt aan de hand van 130 supercell hodogrammen en gemeten supercell vectoren in de VS.
Als we nou deze plaatjes met de realiteit vergelijken lijkt me dat de vectoren redelijk overeenkomen met de radarbeelden. Voor de split lijkt de supercell met de gemiddelde wind te bewegen. Na de split zie je duidelijk dat de leftmover een hogere snelheid heeft dan de rightmover. De richting lijkt ook aardig overeen te komen.
weerportaal.nl/gfs-weerkaarten