Tijdens de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 veroorzaakt een hevige noordwesterstorm, vergezeld van springtij, catastrofale overstromingen in België, Nederland en Groot-Brittannië.
Aan de kust veroorzaken de ontketende elementen de grootste schade.
Een aantal dijken begeven het door het geweld van water en wind, en het water stroomt een aantal kuststeden binnen. In het overstroomde Oostende vallen meerdere doden te betreuren.
Meer in het binnenland worden ook andere streken niet gespaard.
Zo zijn er ook aanzienlijke overstromingen in het Waasland als gevolg van dijkbreuken in de streek van Beveren, Melsele (Beveren) en Kallo (Beveren).
Tijdens de nacht worden windstoten gemeten van 122 km/u in Antwerpen en 115 km/u in Oostende.
Waar in België de menselijke tol - het aantal varieert tussen 14 en 22 doden, afhankelijke van de bron - van deze storm nog relatief beperkt blijft, is de balans dramatisch in Nederland en neemt daar de afmetingen aan van een nationale ramp, met meer dan 1800 slachtoffers.
Quote selectie