Gegeven:
Gevraagd:
Is die +0,85° een combinatiewaarde als gevolg van een verstoring/verandering van de microklimaten ter hoogte van alle individuele meetpunten in het onderzoek of is iedere luchtsoort die op een willekeurige locatie toestroomt met 0,85° opgewarmd? Of geen van beide en er is er een andere verklaring? Of een variant van het eerste, bvb. een positieve afwijking door veranderde meetopstellingen/terreinomstandigheden sedert 1880?
Is die +0,85° louter het resultaat van metingen nabij het aard/zee-oppervlak of worden ook andere niveau's in de atmosfeer, hydrosfeer (oceanen) of lithosfeer meegenomen in de berekeningen?
De vragen ontstaan uit het gedachte-experiment dat door de AGW veroorzaakte extreme hogedrukpersistenties in dichtbevolkte gebieden (bvb. W-Europa) in combinatie met traditioneel meer meteorologische meetopstellingen een invloed heeft op de representativiteit van het onderzoek m.b.t. het wereldklimaat. M.a.w. alle regionale veranderingen/verstoringen met hun specifieke kenmerken/terreinomstandigheden worden uitgesmeerd over de volledige planeet, wat uiteindelijk resulteert in een bepaalde waarde..., in casu +0,85°.