[...]
Alle zwarte lichamen in thermodynamisch evenwicht met hun omgeving stralen evenveel energie uit als ze absorberen.
Paul
Bedankt voor je aanvulling. Ik vraag me wel af hoe het staat met niet-zwarte lichamen. Ik denk dat voor het geval het niet-zwart-zijn voor alle golflengten in dezelfde mate geldt, er toch sprake is van evenveel emitteren als absorberen.
Interessanter is het natuurlijk voor het geval, en dat lijkt me een reëlere optie, dat de mate van zwart zijn van het lichaam voor verschillende golflengtes verschillend is.
Een sprekend voorbeeld daarvan las ik ooit in een artikel (ben vergeten waarin en het is lang geleden) over de eigenschappen van een sneeuwoppervlak. Vooral voor verse sneeuw geldt dat het weliswaar wit is voor kleine golflengten, met name het belangrijkste deel van het zonnespectrum, maar dat het vrijwel zwart is voor langgolvige IR-straling. Met andere woorden: warmte en licht van de zon wordt in hoge mate weerkaatst maar de eigen warmtestraling gaat er snel uit doordat het de eigenschappen van een zwarte straler heeft. Ik vind dat nog steeds een pikant detail, omdat het verklaart waardoor boven verse sneeuw de temperatuur zo razendsnel daalt, en dat vaak in de middag al.
Daling van plm. 10 graden tussen 15 en 18 uur zijn bekend uit de historie. Die voorbeelden uit december 1979 en 1980 heb ik hier eerder aangehaald.
Alle voorbeelden die ik ken van extreme temperaturen in Nederland zijn gemeten boven verse sneeuw, ik denk van maximaal 24 uur oud. Denk aan 5 maart 2005, 27 januari 1942, 16 februari 1956 en 8 januari 1985. Ook 4 februari 2012 trouwens.
Bij het verouderen van sneeuw treedt een verandering op in de eigenschappen van het oppervlak van een sneeuwdek: het wordt voor eigen IR-straling minder zwart.
Overigens treedt nog een ander effect op en dat is de isolerende waarde van verse sneeuw. Bij een verouderd sneeuwdek is de isolatie minder.
Groet,
Cees
Quote selectie