Iets wat je goed moet realiseren is dat de referentieverdamping geen werkelijke verdamping is. De definitie (er zijn er meerdere) van referentieverdamping is dat het gaat om een goed doorwatert hypothetisch gewas, dat lijkt op gras. Bij dat goed doorwatert gaat het eigenlijk al mis als je het wilt gebruiken voor een droogteindicator, op welke manier dan ook.
Zolang het 'goed doorwatert' is, en het werkelijke gewas lijkt op het hypothetische referentiegewas komen beide verdampingswaarden goed overeen en is het bruikbaar. Op het moment van droogte zal de werkelijke verdamping afnemen, er is immers minder water. Op het moment dat het kurkdroog is, is de verdamping 0,0 omdat er geen water is wat kan verdampen. De referentieverdamping houdt daar geen rekening mee, want de aanname is 'goed doorwatert', deze zal dan nog steeds (fictief) veel blijven verdampen. Juist in droge omstandigheden kan de referentieverdamping hoog oplopen vanwege hoge temperaturen, veel zon etc.
Dus juist in de periode dat je de verdamping wilt gebruiken, loopt deze steeds verder uit de pas met de werkelijkheid.
Ook zal de referentieverdamping afwijken als het werkelijke landgebruik afwijkt van het hypothetische gewas.
Quote selectie