Het verschil is gewoon te groot met de rest van het land om het te kunnen erkennen.
Ik weet nog wel dat ik vanuit Luxemburg het volgde, ik kon het niet geloven.
Echter valt er ook een argument te geven voor Deelen.
In de nacht van 25 op 26 juli 2019 wist de temperatuur hier in Rozenburg te stijgen tot maar liefst 34,6 graden! Dat maakte net zoveel indruk op mij als de 39,6 graden van 25 juli wat nu mijn warmterecord is geworden. Dit werd met maar liefst 2,7 graden in een keer aangescherpt. Maar waar het om gaat is die plotselinge warmte-opstoot in de nacht ruim voor het onweersfront uit wat de Nederlandse kust schampte met het windveld wat hier voor een zeer welkome afkoeling gezorgd heeft.
Dit is ook zo'n typische korte sterke warmteopleving als Deelen gemeten heeft. Dat pleit ervoor dat het mogelijk is geweest. Echter de parallelmeting heeft het niet gemeten in Deelen dus dat pleit er weer tegen. Ik zou ook denken dat we op meer weerstations in Nederland plotselinge sterke oplevingen in de temperatuur op 25 juli hadden moeten zien om de stunt van Deelen geloofwaardiger te maken.
Op dit moment pleit er dus meer tegen de 42,9 graden van Deelen dan ervoor. Het verschil met het erkende warmterecord van Gilze-Rijen van 40,7 graden scheelt maar liefst 2,2 graden! Dat is echt wel erg veel voor deze absurde hoge temperatuurwaarden.
Ik hoop dat het KNMI de oorzaak alsnog weet aan te wijzen van deze absurde 42,9 graden van Deelen op 25 juli 2019!
Met je laatste conclusies ben ik het eens. toch een kanttekening wat betreft jouw waarnemingen.
Ik denk dat een dagmaximum niet met een vorm van heatburst in de nacht te vergelijken is. Als het door jou genoemde fenomeen een heatburst is, dan is die hoge temperatuur door een te duiden oorzaak ontstaan, namelijk een bijzonder snelle daling van een bel met afgekoelde lucht op hoog niveau, die door onstabiliteit met grote snelheid daalt, doorschiet en onderin een enorme opwarming meemaakt. Dat kan tot bijzondere temperatuurstijgingen leiden. Als het geen heatburst is geweest, dan kan zo'n singuliere temperatuurstijging toch nog op basis van stabiliteitsoverwegingen mogelijk zijn. Op hoogte van pakweg 1000 meter zal toch nog steeds de hoge waarde van tegen de 30 graden hebben geheerst. In het geval van Deelen zou je door overwegingen van stabiliteit/onstabiliteit moeten zeggen dat zo'n afwijking juist niet kan, of op z'n minst buitengewoon onwaarschijnlijk is.
Groet,
Cees
Quote selectie