Mooie uiteenzetting. We moeten inderdaad niet te snel conclusies trekken. Met dit soort kleinschalige en zeldzame verschijnselen is het erg lastig om statistisch onderzoek of een modelstudie te doen. Maar als het goed is gaan deskundigen hier nog naar kijken.
Ik heb zelf in ieder geval de weerarchieven bekeken en het viel me op dat de lucht uit de warme sector van deze storm zijn oorsprong heeft in de golf van Biskaje en de regio ten westen daarvan. De zeewateroppervlaktetemperaturen zijn daar 2-4 graden te warm voor de tijd van het jaar. Dat kan te maken hebben met het warmbloedige hogedrukgebied dat wekenlang boven West-Europa gelegen heeft. Dankzij het zonnige en rustige weer warmde het zeewater snel op en vond er weinig menging plaats met kouder zeewater op grotere diepte. Bij ons heeft dit hogedrukgebied in mei nog voor veel bewolking en noordenwind gezorgd, maar rond de maandwisseling begon dit hoog in te zakken. Dankzij de subsidentie warmden de bovenluchten op en verdween de bewolking. Ook de rest van de maand bleef het bovengemiddeld warm, zonnig en rustig. Een recordwarme junimaand was het gevolg, met voor het eerst een Tg van meer dan 20 graden op verschillende stations in het zuiden van Nederland.

Hoewel de parameters geenszins extreem waren, heeft dit warme zeewater mogelijk voor meer warmte en vocht gezorgd dan wanneer dit niet het geval zou zijn. Dat kan net het verschil maken tussen wel of geen convectie. Vooral 's nachts was er sprake van meer buiigheid in en rond de kern van het laag dan gebruikelijk bij een storm. Deze buien zouden het uitdiepen van het laag versterkt kunnen hebben. En ook tijdens het occluderen van de warme lucht was er rondom de kern een regenband te zien waarin de neerslag mogelijk deels convectief van aard was.



De zomerstorm van 25 juli 2015 was minder intens (maar wel groter en langduriger) dan de storm van afgelopen woensdag. Dat is vermoedelijk te wijten aan het feit dat deze storm veel minder snel uitdiepte (namelijk gedurende 24 uur) zodat wrijving langer zijn werk kon doen. Deze storm was daarnaast ook nog eens een stuk omvangrijker, wat uiteindelijk resulteerde in een kleinere luchtdrukgradiënt. Dat kwam mogelijk door de veel grootschaligere en iets zwakkere forcering van de hoogtetrog en het feit dat er talloze onweersbuien in de wijde omgeving van het laag waren. Poly had juist erg geconcentreerde forcering door een kleine, maar scherpe hoogtetrog en diepte in slechts 8 uur uit. Ook was er nabij de kern van het laag aanzienlijk minder convectie dan bij Poly gedurende de uitdiepende fase. Al met al denk ik dat we van de week echt met een (tot nu toe) unieke storm te maken gehad hebben. Tot zover de speculatie.


