Juni was opnieuw een extreem zonnige maand. Mijn verwachting was dat er hierdoor opnieuw een groot aantal uren met een negatieve stroomprijs zouden zijn. De gegevens zijn niet makkelijk te vinden, maar op de volgende site lezen we:
In juni was er 140 uur een overschot aan stroom. Toch hoefden zonnepanelen of windturbines niet altijd afgeschakeld te worden, omdat er op die momenten ook veel elektriciteit naar de buurlanden werd geëxporteerd. Dat voorkwam in de meeste gevallen dat er in Nederland negatieve stroomprijzen ontstonden. Dat bleef beperkt tot 22 uur.
https://www.change.inc/energie/mijlpaal-helft-van-alle-nederlandse-stroom-nu-duurzaam-opgewekt-40158
22 uur, dat is veel minder dan in mei (50 uur). De site vermeldt niet hoeveel stroom er naar het buitenland geëxporteerd is, en hoeveel stroom er niet opgewekt is doordat windturbines en zonnepanelen afgeschakeld werden. Maar in feite zien we de overproductie op zonnige en/of winderige dagen nu dus minder terug in de negatieve prijzen, maar meer in de verminderde opbrengst (in kWh) van de individuele windparken en zonneparken.
Het totaal aantal uren met een negatieve stroomprijs dit jaar komt nu uit op 127. Dat zijn er ruim twee keer zo veel als vorig jaar (60 uur).
De onderstaande figuur heb ik zelf aangevuld voor de laatste twee maanden.