Natuurlijk had de hete zomer van 2018 zijn charmes. De geur van barbecue, de volle terrassen, de nachtelijke zwempartijen, de euforische rapporten van de kusthoreca. Maar de hitte hield uitzonderlijk lang aan, van begin mei tot eind juli. Niet alleen West-Europa, maar het volledige noordelijke halfrond kreunde onder de recordtemperaturen.

Dit is tendentieuze praat en bovenal pertinente onzin. De zomer van 2018 had in De Bilt 8 (!) tropische dagen lees ik op de site van het KNMI. Hoezo "de hitte hield van begin mei tot eind juli aan"? Extra lachwekkend is dat er uitgerekend in augustus nog drie van de acht tropische dagen vielen in de De Bilt, en het grootste deel van de tweede hittegolf van het jaar. Terwijl er volgens de auteur in het citaat in augustus blijkbaar niks meer aan de hand was.

 

Inderdaad is het door jou gewraakte citaat wel erg slordig over de zomer van 2018. Over niets wordt zo veel geleuterd als over het weer. De warmte begon in april, in die zin dat na Pasen (1 april) de temperatuur flink omhoog ging waarna een zeer warme april volgde; 12,2 tegen 9,2 normaal. Mei 16,4 tegen 13,1 normaal. De warmste mei in zeker 300 jaar volgens het KNMI. Ook juni was warm met een paar dipjes. Juli was zeer warm en ook augustus deed mee met 1 graad boven normaal. Vanaf 13 augustus was de warmte verdreven uit de lage landen.

Tot zo ver de gemiddelden, die in De Bilt leidden tot een uitzonderlijk zomergemiddelde (juni-juli-augustus) van 18,9, de warmste sinds 1706. En daar zit dan de bijzonder warmte van april en mei niet eens in verwerkt! Je zou kunnen zeggen dat de warmte duurde van begin april tot half augustus, afgezien van een paar kleine dipjes. Zeggen dat de "hitte" duurde van mei t/m juli is onjuist; bij hitte denken we toch aan temperaturen ver boven de 25 graden.

Wat jij doet, namelijk de tropische dagen eruit lichten is weinig zeggend (ik tel trouwens inclusief mei 9 tropische dagen in De Bilt). In de eerste plaats zeggen extremen niet alles over de doorgaande warmte. Bedenk als tegenhanger eens hoe de winter van 1963 uitzonderlijk lang zeer koud was, maar geen temperatuurextremen opleverde. In de tweede plaats waren de verschillen tussen NW en zuidoost wel groot in 2018. In Eindhoven telde 14 tropische dagen tegen slechts 7 in Rotterdam.

Dat de zomer als een uitzonderlijk, buitengewoon lange en warme zomer gekwalificeerd kan worden heeft voor mij te maken met:

1. 5 maanden achteren warm tot zeer warm

2. Uitzonderlijke circulatie met warmte bij noorden- tot noordoostenwind. Deze situatie temperde de warmte behoorlijk in het westen en noordwesten van ons land. Ik kan me uit het verleden een dergelijk seizoen niet herinneren.

3. Bijzondere hittegolven. In De Bilt twee met een totale lengte van 23 dagen. In Eindhoven één lange hittegolf van 28 dagen met daarin 13 maal tropisch.

4. Een zomer te kwalificeren met aantal tropische dagen lijkt me niet juist. Het gaat dan meer over  de extremen in temperatuur dan over het gemiddelde. Al moet gezegd worden dat 30+ voldoet aan het kriterium "hitte". Je ziet ook dat die 13 tropische dagen binnen een hittegolf in Eindhoven voor ons land niet zo extreem zijn als het lijkt. In 1976 had Beek (ZD Limburg) 15 tropische dagen achtereen.

4. Om toch nog maar een paar extremen te noemen: records van etmaaltemperaturen gingen aan flarden. In De Bilt ging het naar 29,7; ik geloof dat het ongeveer 2 graden scherper werd gesteld. Het record etmaalmaximum werd  in Rotterdam ongeveer een graad scherper gesteld, naar 36,1. In Arcen werd 38,1 gemeten. En dat twee dagen achtereen. Het landelijk record staat op 38,6 , maar daar worden hier en daar vraagtekens bij gezet.

5. Voeg daarbij de grote droogte en de vele zonuren en we hebben een totaalbeeld van deze zomer.

 

Groet,

Cees