Vier scenario’s
Er zijn vier verschillende scenario’s gecreëerd. Het gaat om een combinatie van twee emissiescenario’s (lage CO2 uitstoot in de toekomst en hoge CO2 uitstoot in de toekomst). Daarbij gaat het ‘lage scenario’ uit van het SSP1-2.6 scenario van het IPCC en het ‘hoge scenario’ van het SSP5-8.5 scenario. Daarnaast zijn er twee verschillende ‘patronen’, één met een verdrogend klimaat en één met een vernattend klimaat. Nederland ligt op de grens van het steeds droger wordende Zuid-Europa en het steeds natter wordende Noord-Europa. In het ene scenario wordt ons klimaat het meest beïnvloed door het droger wordende zuidelijke deel van Europa (en dan met name de zomers), in het andere scenario is de invloed van de steeds natter wordende winters het grootst.

Toename extremen
In de scenario’s met lage toekomstige CO2-uitstoot neemt het aantal tropische dagen in De Bilt toe van 5 (nu) naar 9 per jaar in 2100. De 10-daagse neerslagsom die één keer in de 10 jaar wordt overschreden neemt toe met gemiddeld 3% en extreme uurneerslag in de zomer met gemiddeld 5 à 6%. Het maximale neerslagtekort dat één keer in de 10 jaar voorkomt zal gemiddeld toenemen van 9 tot 16 procent. De zeespiegelstijging zou aan het einde van de eeuw tussen de 26 en 73 centimeter bedragen.
In het scenario met hoge toekomstige CO2-uitstoot nemen de weersextremen veel sterker toe. Het aantal tropische dagen in De Bilt zal toenemen van gemiddeld 5 (nu) naar 30 per jaar rond 2100. De 10-daagse neerslagsom die eens in de 10 jaar voorkomt met gemiddeld 8 tot 16 procent en de extreme uurneerslag in de zomer met 21 tot 33%. Het maximale neerslagtekort dat eens per 10 jaar voorkomt zal toenemen met 30 tot 63 procent en de zeespiegelstijging zou 59 tot 124 centimeter kunnen stijgen, maar waarden tot 2,5 meter zijn niet volledig uitgesloten.

Extreme hitte zoals in 2019
Een hittegolf zoals in 2019 – toen voor het eerst de grens van 40 graden werd bereikt – zou in een klimaat dat mondiaal 2 graden warmer is dan nu op veel plaatsen voor maxima van 42,5 tot 45,0°C zorgen. In een wereld die 4 graden warmer is dan nu zijn temperaturen van 50°C (!) in verstedelijkte gebieden niet uitgesloten en zou “de zomer van 2019 vrijwel één continue hittegolf zijn geweest”.
Het KNMI kan waarschuwen voor hitte, een code oranje wordt afgekondigd bij 3 dagen op rij minimaal 34°C, twee dagen op rij minimaal 36°C of één dag met 38°C. In de referentieperiode 1991 – 2020 kwam dit slechts één keer voor (24 – 26 juli 2019). Aan het einde van de eeuw zullen die criteria in een periode van 30 jaar (veel) vaker worden overschreden. Van 2 keer in 30 jaar tijd in het meest optimistische scenario tot 66 keer in het meest pessimistische scenario.

Verandering neerslagpatronen
In alle scenario’s worden de winters natter en de zomers droger. In scenario’s met een lage toekomstige CO2-uitstoot is de verandering van de seizoensneerslag relatief beperkt; hooguit 10% meer of minder. In de scenario’s met hoge uitstoot zijn de veranderingen veel groter. Volgens het ‘verdrogende’ scenario zouden de zomers gemiddeld zo’n 25% droger kunnen worden, terwijl in het ‘vernattende’ scenario de winters gemiddeld ongeveer 20% natter worden.
