Klimaatverandering, en zeker klimaatextremen, draait om probabiliteiten. De kans op een hittegolf met een bepaalde intensiteit, de kans op een droogte met een bepaalde lengte, de kans op x mm neerslag in y tijd. Het gaat er dus niet om of dit had kunnen voorkomen in het klimaat van midden 20ste eeuw, maar hoeveel de kans is gestegen tegenover toen, en hoe groot die kans verder stijgt in de komende decennia. Dat staat trouwens behoorlijk goed uitgelegd in het artikel. Een meer meanderende straalstroom kan stationaire lagen meer waarschijnlijk maken. Dus, opnieuw, niet dat dit vroeger niet mogelijk was, maar het lijkt vaker voor te komen.
Klimaatattributie werkt ook met die kansen, en ik veronderstel dat berekeningen binnenkort zullen duiden hoe meer waarschijnlijk deze neerslaghoeveelheden zijn geworden door klimaatverandering. De algemene richting is echter duidelijk, dus ik begrijp jouw betoog niet helemaal.
Naast de neerslaghoeveelheden (in een bepaalde tijd), is er dan natuurlijk ook het veranderende landgebruik (meer verharding, minder bos, meer open landbouwgrond, etc.), de manieren om water af te voeren of te bufferen, en waar mensen wonen. Slechte ontwikkelingen daar zullen zulke rampen (veel) groter maken.
Quote selectie