Klimaatsgevoeligheid (ECS) = Forcing + feedbacks. Het IPCC definiëert dit als de temperatuurstijging als gevolg van een verdubbeling van het CO2-gehalte. Dit is enigszins misleidend omdat het suggereert dat alle opwarming van de infrarode stralingseffecten van CO2 komt.
Grofweg geldt in de modellen : ECS (2xCO2) = 1 + 2 = 3 graden. De grootste som komt dus uit de postieve terugkoppelingen, welke eigenlijk niets anders zijn dan secundaire verstoringen van de stralingsbalans. Van de opgenomen warmte in het klimaatsysteem zou dus ook tweederde van deze effecten moeten komen, bijvoorbeeld de opgewarmde poolzeëen door de zon omdat het reflecterende ijs is gesmolten.
Uit metingen van de laatste decennia gold grofweg: ECS (2xCO2) = 1+ 1 = 2 graden. Er 'mist' dus een graad in vergelijking met de modellen. Deze 'graad' zit ook niet ergens verstopt want die is er gewoon niet. Maar de 'kale' broeikasopwarming, dus zonder feedbacks, bedraagt sinds 1850 0,5 graden en die is gewoon gemeten.
Bovenstaand is een grove schatting. De modellen tonen spreiding en berekening van het ECS uit metingen nog veel meer waardoor er overlap is. Bovendien is de temperatuur de laatste jaren nogal omhooggesprongen en die opwarming komt niet uit de oceanen. Wellicht is het statement van Rozendaal achterhaald.
Quote selectie