Ik denk dat er in jouw redenering ook een fout geslopen is. De convergentie aan de rechteruitgang onstaat tgv van ageostrofische component die optreedt ten gevolge van de verstoring van het geostrofisch evenwicht (rechteruitgang zorgt voor een negatieve versnelling). Deze ageostrofische component zorgt voor het samenbrengen van massa op dat punt en aangezien we op het tropopauzeniveau zitten is deze lucht verplicht om te dalen en dan pas begint de subsidentie die leidt tot anticyclogenese.
Mag ik nog aanvullen dat het, om helemaal precies te zijn, de isallobarische component in de ageostrofische wind de verantwoordelijke is voor de convergentie en PVA? Als je de QG-momentum formules versimpelt (d.w.z. je laat b weg) kom je tot twee componenten: advectie en isallobarische wind. De eerste term is de advectie van geostrofische wind dóór geostrofische wind, de tweede beschrijft de windvector evenwijdig aan isallobaren. Met wat invulling zie je gelijk waarom convergentie en divergentie juist bij resp. de linkeruitgang en rechteruitgang (of rechteringang resp. linkeringang) voorkomen.
Gr. Ben
