Het hoog aan de grond ligt vaak ook verder naar rechts (op het NH iig), dit komt dan door warmteadvectie onderin. Bij troggen is dit dan weer omgekeerd, valt ook goed op de diktekaarten te zien overigens.
Het afzakken van hogen moet ook wel uit het temperatuuradvectie (of om te schrijven naar dikteadvectie) en vorticiteitsadvectie verhaal uit de (geopotentiële) tendensvergelijking te halen zijn, maar daar moet ik op dit moment nog even over nadenken. Daarbij wel noterend dat de vorticiteitsadvectie term uit voornoemde vergelijking zorgt voor de verplaatsing van ruggen en troggen en dat de temperatuuradvectieterm (of dikteadvectieterm) zorgt voor verzwakking of versterking van ruggen en troggen.
Maar als ik het goed heb is bovenin de atmosfeer (globaal gezegd hoger dan 500 hPa) vorticiteitsadvectie de belangrijkste term en onderin temperatuuradvectie (bovenin zijn de tempgradienten niet zo groot als onderin). Het gaat hierbij wel om de forcering en niet om de reactie.
Warmteadvectie onderin 'drukt' de lucht erboven omhoog (warmere lucht, lagere dichtheid, lucht zet uit) en zorgt voor uitbouw van een rug, terwijl kouadvectie onderin voor uitbouw v/e trog zorgt (koudere lucht, hogere dichtheid, lucht zakt in).
Als je die advectie dus hogerop in de atmosfeer laat gebeuren duw je die luchtsoort midden in de luchtkolom en zal dit gevolgen hebben voor de lucht eronder en erboven (de lucht eronder duw je naar beneden en erboven omhoog). De hele luchtkolom is samendrukbaar en niet alleen de lucht erboven.
(Een 'vergelijking' om het een en ander te eenvoudiger voor te stellen: stel je hebt een drukke bus, waarin ook het gangpad volstaat met mensen, wat gebeurt er met de mensen in het gangpad nu als de chauffeur bij de volgende halte iemand bij de voorste deuren in laat stappen en wat als de chauffeur die persoon bij de deuren in het midden.
En om flauwigheden te voorkomen: er stapt niemand uit
))
Het afzakken van hogen moet ook wel uit het temperatuuradvectie (of om te schrijven naar dikteadvectie) en vorticiteitsadvectie verhaal uit de (geopotentiële) tendensvergelijking te halen zijn, maar daar moet ik op dit moment nog even over nadenken. Daarbij wel noterend dat de vorticiteitsadvectie term uit voornoemde vergelijking zorgt voor de verplaatsing van ruggen en troggen en dat de temperatuuradvectieterm (of dikteadvectieterm) zorgt voor verzwakking of versterking van ruggen en troggen.
Maar als ik het goed heb is bovenin de atmosfeer (globaal gezegd hoger dan 500 hPa) vorticiteitsadvectie de belangrijkste term en onderin temperatuuradvectie (bovenin zijn de tempgradienten niet zo groot als onderin). Het gaat hierbij wel om de forcering en niet om de reactie.
Warmteadvectie onderin 'drukt' de lucht erboven omhoog (warmere lucht, lagere dichtheid, lucht zet uit) en zorgt voor uitbouw van een rug, terwijl kouadvectie onderin voor uitbouw v/e trog zorgt (koudere lucht, hogere dichtheid, lucht zakt in).
Als je die advectie dus hogerop in de atmosfeer laat gebeuren duw je die luchtsoort midden in de luchtkolom en zal dit gevolgen hebben voor de lucht eronder en erboven (de lucht eronder duw je naar beneden en erboven omhoog). De hele luchtkolom is samendrukbaar en niet alleen de lucht erboven.
(Een 'vergelijking' om het een en ander te eenvoudiger voor te stellen: stel je hebt een drukke bus, waarin ook het gangpad volstaat met mensen, wat gebeurt er met de mensen in het gangpad nu als de chauffeur bij de volgende halte iemand bij de voorste deuren in laat stappen en wat als de chauffeur die persoon bij de deuren in het midden.
En om flauwigheden te voorkomen: er stapt niemand uit
))
Bericht laatst bijgewerkt: 17-01-2006 23:42
Uitleg Wetterzentrale-kaarten (klikbaar )
)
