Zo onstaan dus hogedrukgebieden door WA.
Wanneer het contra-gewicht van de tropopauze door de straalstroom wordt weggezogen onstaat er lage druk.
Ik zie het zo.
Een grote massa warme lucht tilt de tropopauze op. Die wordt kouder en zwaarder. De lichte, warme lucht krijgt tegendruk van zijn contragewicht. Boven een koude luchtmassa zakt de tropopauze en wordt warmer en krijgt zo een negatief contragewicht. De koude lucht blijft onder de lage, warme tropopauze hangen.
In evenwichtstoestand is de gronddruk 1013 hPa.
Wanneer het contra-gewicht van de warme lucht afschuift onstaat er een lagedrukgebied. Wanneer de WA onder nagatieve contra-gewicht die boven de CA wegkomt, diept de depressie verder uit.
Dit in samenwerking met aktiviteit van de jetstream.
Schuift het contra gewicht van de warme luchtmassa in de richting van een koude troposfeer dan onstaat er een hogedrukgebied.
Dat verhaal over de vorticiteitsadvectie gaat er bij mijn voorstellingsvermogen niet goed in. Maar het is mijn inziens ook niet nodig om het onstaan van hoge- en lagedrukgebieden te begrijpen.
Wanneer het contra-gewicht van de tropopauze door de straalstroom wordt weggezogen onstaat er lage druk.
Ik zie het zo.
Een grote massa warme lucht tilt de tropopauze op. Die wordt kouder en zwaarder. De lichte, warme lucht krijgt tegendruk van zijn contragewicht. Boven een koude luchtmassa zakt de tropopauze en wordt warmer en krijgt zo een negatief contragewicht. De koude lucht blijft onder de lage, warme tropopauze hangen.
In evenwichtstoestand is de gronddruk 1013 hPa.
Wanneer het contra-gewicht van de warme lucht afschuift onstaat er een lagedrukgebied. Wanneer de WA onder nagatieve contra-gewicht die boven de CA wegkomt, diept de depressie verder uit.
Dit in samenwerking met aktiviteit van de jetstream.
Schuift het contra gewicht van de warme luchtmassa in de richting van een koude troposfeer dan onstaat er een hogedrukgebied.
Dat verhaal over de vorticiteitsadvectie gaat er bij mijn voorstellingsvermogen niet goed in. Maar het is mijn inziens ook niet nodig om het onstaan van hoge- en lagedrukgebieden te begrijpen.
