Men maakt 1 grote fout, mi.
Op pagina 20 wordt melding gemaakt van verschillen (van der Bijl, 1952) van 3 graden in de Tx. Op pagina 21 wordt een onderzoek van Brandsma (2011) genoemd, waarbij men het heeft over daggemiddelden.
Wat mogelijk mis gaat is dat er wel degelijk sprake kan zijn van te hoge maxima in de pagodehut, maar dat dit in de gemiddelden minder geprononceerd is, omdat de hut ook sneller afkoelt. Een gemiddelde afwijking van 0,4 graden op een daggemiddelde lijkt me significant (of toon statistisch aan dat dit niet significant is), en als de Tx tot wel 3 graden te hoog is, lijkt me dat zeker significant.
"Brandsma (2011) vermeldt dat er parallelmetingen voorhanden zijn tussen Pagodehut en Stevensonhut: “The change in screen type was accompanied by parallel measurements. We digitized and analyzed these data and found that the screen transition explains about half (0.37 °C) of the downward jump in summer (April-September) maximum temperature.” "
(Citaat uit het rapport, pagina 20)
"“In deze hut (bedoeld wordt de Pagodehut) en een normale Stevenson hut die er vlak bij geplaatst was, zijn gedurende een periode van enkele jaren dagelijks vergelijkende metingen verricht, die als resultaat hebben opgeleverd, dat beide hutten zeer goed overeenkomen ten aanzien van de gemiddelde over dagtemperatuur ( gem. verschil over 9 maanden 0,005, uitersten +0,4, -0,2) en dat slechts de extremen bij de Stevenson-hut iets minder geprononceerd zijn. ”"
(Citaat uit het rapport, pagina 21)
Overigens staan er ook goede punten in, al is dat wellicht moeilijker te verifieren. Het lijkt er op dat de reconstructie van zomer-afwijkingen onjuist zijn gedaan omdat in de periode waarin dit gebeurde er geen grote extremen optraden.
Quote selectie