Het 'antwoord' van het KNMI geeft wel meer duidelijkheid over de beschikbare gegevens, en de verschillen tussen de meetopstellingen en locaties. Het is duidelijk dat de data vóór 1950 niet goed vergelijkbaar waren met de data vanaf 1951. Eigenlijk is het vreemd dat er niet al eerder gecorrigeerd is voor de tekortkomingen van de meetopstelling.
Toch zijn nog niet alle vragen beantwoord. Nog steeds is me niet goed duidelijk hoe de tabel met correcties per maand tot stand is gekomen. Met name het feit dat de grootste correcties in augustus hebben plaatsgevonden, en niet in juni rond de hoogste stand van de zon. Ook de figuren in het stuk in Meteorologica (hieronder, met aanvullende informatie) wijzen er op dat er in juni de grootste afwijkingen waren ten opzichte van de ideale opstelling.
Ook het punt van Paul (Odijk) is nog niet beantwoord: hoe kan het dat in De Bilt het aantal tropische dagen procentueel zo veel meer gestegen is dan in Den Helder, Eelde, Vlissingen en Maastricht?
